Pluimvee Schouppe
Duiven

Duiven


Duiven worden gehouden door de mens als sierduif, om op te eten of als postduif vanwege hun oriëntatievermogen. Duiven behoren tot de familie van middelgrote, compact gebouwde vogels met volle, ronde borst en kleine kop. Ze hebben een snelle, rechtlijnige vlucht. Ze kunnen in tegenstelling tot andere vogels water met de snavel opzuigen. De jongen worden met duivenmelk uit de krop gevoed. Het mannetje noemt men een “doffer” en het vrouwtje “ duivin.”
De duif moet er gezond en fier uitzien. Een ongelukkige of ongezonde duif zit vaak in elkaar gedoken. Er mag geen ongedierte op de duif zitten. De duif moet stevig aanvoelen zonder dik te zijn.
Als je rustig beweegt in het dierenhok, tegen de duiven praat en op vaste tijden eten geeft gaan de duiven vanzelf aan je aanwezigheid wennen en komen ze zelfs naar je toe. Duiven eten vooral granen, zaad en peulvruchten.

Het hok moet droog, tochtvrij zijn en voldoende frisse lucht en zonlicht binnen laten. Het best is het hok met de uitvliegruimte georiënteerd naar het zuiden. Een goede isolatie is aangewezen vooral voor jonge duiven die nog niet voldoende ingepluimd zijn. Een warm hok met voldoende zonlicht zet de koppels aan tot paren en komt ook het resultaat ten goede. Voor de grootte van het hok kan men per koppel best 1 m² ruimte voorzien. Aan de voorkant van het binnenhok moeten vliegopeningen zitten waardoor de duiven naar buiten kunnen. Plaats ook broedhokjes voor duivenpaartjes tegen de achterwand van het binnenhok.
Zorg er verder voor dat er altijd drinkwater klaar staat en ververs dat elke dag. Ook bakjes met grit, maagkiezel en mineralen moeten altijd beschikbaar staan.
Zet tijdens de zomer 2 keer per week een teil met schoon water en duivenbadzout klaar. Duiven genieten enorm van zo’n waterbad. Uiteraard mag het water niet te diep zijn, de dieren moeten er kunnen in staan.
Tenslotte is een goede hygiëne van levensbelang: minimaal één keer per dag met een krabber de mest van de bodem halen.
Het is belangrijk dat de duiven regelmatig hun vleugels kunnen uitslaan, dit komt de vitaliteit en de conditie ten goede. Het heeft ook een gunstig effect op het paringsgedrag. Wanneer er jonge of nieuwe duiven op het hok zitten kan je ze best enkele weken in het hok opsluiten voor je ze vrij rond laat vliegen. Eens ze hun hok en hun hokgenoten kennen, kan je ze vrij laten zodat ze ook de omgeving leren kennen. Eens de duiven uit eigen beweging binnen en buiten vliegen is alles ok.
Twee dagen na het eerste ei legt de duivin een tweede ei. Na 18 dagen komen de eieren uit en na 3 tot 4 weken zijn de jonge duifjes volgroeid. De doffer en de duivin broeden om beurt.

Een gezonde duif laat, als je ze oppakt, een beetje poeder ( schilfers) achter. Dit duivenpoeder is een teken dat ze lekker in hun vel zitten